Een reisverslag van Maarten Speekenbrink
Zaterdag 17 april, om precies zes uur, vertrokken we met de Delftse delegatie naar Calais en daar de boot op naar Dover. Eindelijk waren we dan in het land van de bobby’s en het links rijden. En toen Mario dat laatste ook door had, konden we veilig naar Gravesend.
De junioren en colts bleken hier een wedstrijd te moeten spelen. Ondanks het sublieme spel van beide Goderozo-teams, moesten we toch de onderspitten delven; de junioren met 28-6 en de colts met 12-10. Na een wat tegenvallende derde helft gingen we op weg naar onze overnachtingsplaats aan de Thames. Niet het geplande Neville Cottage want daar bleek ook een symfonieorkest te slapen en onze bobo’s waren bang dat die te veel herrie zouden maken…..
De volgende dag naar Rugby, de plaats waar de sport is uitgevonden dus. Om van de trip ook wat leerzaams te maken gingen we eerst naar het Rugbymuseum. Dit bleek een soort souvenirwinkel te zijn waar wij snel en de bobo’s langzaam op uitgekeken waren. Daarna zijn we Rugby zelf ingegaan in kleine groepjes en zonder bobo’s. Toen we na een McDonaldslunch besloten het volk met onze zangkunst te verblijden, moesten we dit na een hartig woordje van een vrouwelijke bobby al gauw weer staken (cultuurbarbaren).
Na deze teleurstelling gingen we op naar onze colts tegenstander, St. Andrews. WE WONNEN MET 4-0. De St. Andrew’ers bleken hele goede derde helft partners en de bierrekening bereikte een recordhoogte. Met tegenzin gingen we heel wat later naar onze luxe Herberg.
De volgende dag, donderdag dus, vertrokken we na een luchtig Engels ontbijt naar Londen, alwaar we gingen sightseeën. Terug in de bus naar Bedford en daar verloren de colts met 28-10. En weer een perfecte derde helft.
De vierde en laatste dag speelden de junioren tegen de Old Haberdash’ers en verloren met 22-10. Na een snelle lunch en enkele van onze lijfliederen gezongen te hebben vertrokken we via Dover en Calais naar Rotterdam Na een korte tot geen nachtrust daar kwam een einde aan een fantastische trip.
Maarten
